Exocriene Pancreasinsufficiëntie (EPI) kan voorkomen bij onder andere taaislijmziekte (CF), acute of chronische pancreatitis, alvleesklierkanker en na een operatie aan de alvleesklier en/of maag.

Bij patiënten met EPI scheidt de alvleesklier niet genoeg enzymen uit tijdens een maaltijd of tussendoortje. Daardoor kan het voedsel niet goed verteren. Als voedsel niet goed verteerd wordt, kan het lichaam belangrijke voedingsstoffen niet goed gebruiken. Dit zorgt voor klachten zoals afvallen, gasvorming, buikpijn en krampen, en veel en vettige ontlasting. Op de langere termijn leidt het tot gezondheidsproblemen zoals vermoeidheid, vitaminetekorten, botverlies, spierverlies en ondervoeding.

In deze bibliotheek vindt u meer informatie over Exocriene Pancreasinsufficiëntie in de vorm van publicaties, video’s, podcasts en materialen voor in de praktijk.

CRE-2023-0615