Geneesmiddelentekort in de apotheek

De geneesmiddelentekorten hebben extra werk opgeleverd. Apotheker Jaap Dik vertelt.

De geneesmiddelentekorten hebben aardig wat extra werk opgeleverd, wat het meest voelbaar is in de apotheek. Apotheker Jaap Dik vertelt over wat er allemaal bij komt kijken als een product niet leverbaar is.

Iedere woensdag kijk je als apotheker weer met vrees naar de email. Op die dag komen namelijk de wekelijkse lijsten van de GDS-leverancier (ook wel baxteraar) binnen. Daarin staan de niet-leverbare artikelen van de komende tijd, die dus niet in de nieuwe medicatierollen meekomen.

Wanneer een geneesmiddel niet leverbaar is, kan een GDS-leverancier soms uitwijken naar een ander merk, maar veelal is dat ook geen optie. De tabletten moeten los verpakt kunnen worden; een bruistablet of een poeder kunnen niet in een rol. Voor de leverancier is er dan nog de uitdaging om de wél bruikbare tabletten te ontblisteren, zodat ze zonder verpakking in de rollen voor de patiënten komen. De gangbare tabletten worden los in pot aangeleverd bij de GDS-leverancier, de vervangers niet. Hiervoor zijn speciale ontblistermachines ontwikkeld, en wordt er natuurlijk gewerkt met werkstudenten.

De GDS-leverancier probeert dus al zoveel mogelijk de tekorten te ondervangen. Wel moeten we in de systemen in onze apotheek aangeven welke medicatie we precies geleverd hebben gekregen nu de originelen vervangen zijn. Daar is speciale software voor. In de wandelgangen wordt dit ook wel de “was/wordt-module” genoemd. Medicatie van een merk dat normaal niet in de apotheek gevoerd wordt, moet eerst geactiveerd worden.
De uitkomst van deze omzettingen – soms moeten meer dan 100 patiënten een ander merk krijgen – moet zeer nauwgezet gecontroleerd worden. Een automatische omzetting is namelijk niet zonder risico; dat is in het verleden wel gebleken.

Als de GDS-leverancier heeft aangegeven dat ze ook niet kunnen substitueren, verdwijnt het middel uit de rol en zal er een alternatief naast de rol moeten worden gegeven. Deze “naast de rol”-medicatie wil je zoveel mogelijk voorkomen; de patiënt gebruikt de medicatierol tenslotte niet zonder reden.
Op de woensdagen worden de in de apotheek niet-leverbare maar nog voorradige tabletten geblokkeerd. Je wil dit niet per ongeluk in een hoeveelheid van 90 stuks of meer aan één patiënt meegeven; hiermee kun je een tiental GDS-patiënten tijdelijk helpen.
De groothandel zit op dat moment ook meestal zonder voorraad, maar soms liggen er nog een paar doosjes. De GDS-leverancier moet tenslotte kijken of de volledige weekproductie gedraaid kan worden en wij zijn als apothekers al blij met een kleine hoeveelheid voor de meest kwetsbare patiënt.

Daarna kan de aanpassing van de “normale” recepten beginnen. Er wordt gekeken wat er nog wel leverbaar is. Eventueel wordt er wat extra’s besteld van dit alternatief en lichten we het team in over de alternatieven. Als het alternatief niet een-op-een uitwisselbaar is wordt er contact met de voorschrijver opgenomen. Als het even kan worden er algemene afspraken gemaakt, waardoor niet iedere keer gebeld hoeft te worden.

Daarna gaan we de gebruikers, de patiënten, inlichten. Als de verwachte termijn van het tekort overzienbaar is, loont het de moeite om de aanvragers van herhalingen te bellen, vaak is er nog voldoende in huis ter overbrugging van een of twee weken. We maken dan een BBB afspraak, dat is geen fitness-term, maar staat voor “Bij Binnenkomst Bellen”. Helaas is de voorspelbaarheid van de volgende levering niet erg nauwkeurig, en zal er dan toch een alternatief moeten worden aangeboden.

Wanneer iets lang niet leverbaar is geweest, en dan plots weer wel uit nazending, zien we een aparte dynamiek. Soms staat het geneesmiddel ineens met krattenvol in ons magazijn. Dan gaan we iedereen bellen; BBB dus! Ook de GDS, de rollen, moeten weer worden teruggezet op de oorspronkelijke medicatie.

Normaal komt de mail van de GDS-leverancier op woensdag, deze week echter ook op maandag én donderdag: er is weer veel niet leverbaar. De uren die verloren gaan aan de tekorten waren begroot op 18 uur per week, daar gaan we nu ruim overheen.

Er is ook iets positiefs te melden; je spreekt je collega apothekers wat vaker. Om de echt schrijnende gevallen te kunnen helpen wil een belrondje nog wel eens helpen; soms ligt er nog iets in een la. Het valt me op dat de collega’s dan niet aan “zeldzame” doosjes vasthouden, maar absoluut de patiënt – of dat nu een eigen cliënt is of van een collega – willen helpen. Afgelopen zaterdag kwam een collega apotheker, in haar vrije tijd, een doosje halen om vervolgens haar patiënt blij te maken. Wij hadden nog wat liggen.