De zichtbaarheid van de apotheker

In het zorgveld zien we regelmatig dat óver de apotheek wordt beslist in plaats van mét de apotheek.

Apotheker Jaap Dik is als lid van de Kerngroep O&I Vijfheerenlanden, waar Vianen ook toe behoort, betrokken bij projecten in de hele eerste lijn, waarbij ook de apotheek betrokken is. Bij het opstellen van een sociale kaart in de regio, waarbij iedere zorg- , hulp- en welzijnsmedewerker rondom een patiënt/client in kaart wordt gebracht zien we dat dit veld enorm is. Van thuiszorg tot logopedie, van diëtist tot sportclub, van wijkagent tot huisarts en van fysiotherapeut tot apotheker.

In het zorgveld zien we regelmatig dat óver de apotheek wordt beslist in plaats van mét de apotheek. De Coronacrisis bracht dit ook aan het licht; er werd een cohortlocatie geopend in een zorgcentrum of hotel. Op de vraag hoe de medicatie geregeld was, moest men het antwoord vaak schuldig blijven.

Rol van apotheker onbekend

Als zorgprofessionals niet eens weten wat de apotheker allemaal doet en kan, dan is dit bij het grote publiek nog minder bekend. Dat maakt voorlichting en discussies over medicatie uiterst moeizaam: “Maar de specialist zei...” Dan begint de apotheker dus al met een achterstand. Ook de terugkerende discussie over het terhandstellingtarief, al dan niet met eerste uitgifte-begeleiding loopt vaak vast omdat men niet weet wat de apotheker er allemaal voor doet.

Apotheker aan tafel bij zorgoverleggen
Als apotheker kost het veel moeite om bij zorgoverleggen aan tafel te komen. Dat is ook meer een taak van de KNMP of regionale vereniging. Maar de ervaring is wel dat als dit eenmaal gelukt is, de inbreng van apothekers zeer gewaardeerd wordt en men daarna veel vaker het overleg zoekt. En je ziet nu veel van die regionale verenigingen, vaak in de vorm van coöperaties, door het hele land ontstaan. Ze zijn mede in het leven geroepen door het verdwijnen van de GEZ-gelden – Geïntegreerde Eerste lijn Zorg – en de opkomst van de O&I:Organisatie & Infrastructuur- financiering.

Organisatie en infrastructuur (O&I) is een betaaltitel voor prestaties in de eerstelijnszorg die als doel hebben om (multidisciplinaire) samenwerking tussen zorgverleners te stimuleren en te organiseren. O&I vervangt onder andere de betaaltitels voor geïntegreerde eerstelijnszorg (GEZ) en ketenzorg.

Juridische structuur

Om de rol van de apothekers in deze samenwerking te borgen is een juridische structuur nodig. Op het gebied van zorg en kwaliteit mogen wél afspraken worden gemaakt, dit in tegenstelling tot afspraken over het al dan niet contracteren en tegen welke condities.
De samenwerking in de regio, met minimaal honderdduizend inwoners, moet wel geformaliseerd worden. Daar zijn in het land voldoende voorbeelden van hoe dat laagdrempelig, maar op een juridisch juiste wijze, kan worden opgezet.

Rol van apotheker bij O&I-projecten
Bij voorkeur heeft een apotheker zitting in het kernteam van de O&I. De ervaring leert dat men graag gebruik maakt van de kennis en de kunde van de apotheker. Er zijn namelijk veel O&I-projecten waar men niet in de eerste plaats aan de apotheek denkt, maar waar de apotheek of apotheker van nature een rol in speelt of kan spelen.
Denk aan valpreventie, laaggeletterdheid, dementievriendelijk en noem maar op. Dit soort projecten worden regelmatig als eerste opgepakt in een nieuwe O&I-omgeving. Als een apotheker zijn rol pakt in een dergelijk project, dan is dat goed voor de zichtbaarheid naar de medezorgverleners én aan de zichtbaarheid naar de cliënten/patiënten.

Project “Gecombineerd Leefstijl Interventie”

Een project dat ook vaak als een van de eerste wordt opgepakt is GLI – Gecombineerde Leefstijl Interventie-. Dit is de zorg voor mensen met overgewicht en obesitas.
Een GLI kan worden gegeven door leefstijlcoaches, door diëtisten en door fysio- en/of oefentherapeuten. Zij kunnen de GLI in hun eentje leveren, maar kunnen ook samenwerken en de GLI met elkaar leveren.

Het betreft projecten die niet onder O&I vallen , maar wel vaak gebruik maken van de korte lijnen en het netwerk van de O&I. Om het financieel zuiver te houden moet het GLI-project wel gescheiden worden van het O&I-project. Hoewel ook de apotheker hier wel ideeën over kan hebben, is er (nog?) geen betaaltitel voor GLI-projecten binnen de farmacie.

Meer dan alleen projecten

Voor O&I is er in de regio een bedrag beschikbaar, wat afhankelijk is van het aantal ingeschreven patiënten bij de huisartsen in die regio. Daar is de dominante verzekeraar bepalend, die de overeenkomst afsluit en die de andere verzekeraars volgen. Er is een groeitraject over enkele jaren, waarbij naar een vergoeding van enkele euro’s per ingeschreven patiënt per jaar wordt gegaan. In regio’s van meer dan honderdduizend inwoners, praten we dus over enkele tonnen per jaar. Hiervoor kan onder andere menskracht en ICT rond de projecten worden ingekocht. Een goedwerkende O&I-organisatie levert veel meer op dan alleen de projecten. De eerste lijn leert elkaar kennen en waarderen en dat is ook voor de apotheken hard nodig.