AfriKNO; bouwen aan betere zorg in Tanzania
Met KNO-arts Niels van Heerbeek in gesprek over het begin en de missie van de stichting
Onlangs ondersteunde Mylan de stichting AfriKNO, dat zich inzet voor betere KNO-opleidingen in Tanzania, zodat het gehele land voorzien is van de juiste KNO-zorg. Mylan Connects ging met KNO-arts Niels van Heerbeek in gesprek over het begin en de missie van de stichting, die Van Heerbeek meer dan 10 jaar geleden opzette.
Hoe is AfriKNO ontstaan?
"Mijn co-schappen heb ik gedaan in Tanzania. Ik vond dat erg mooi werk, en heb er zelfs een tijdje aan gedacht tropenarts te worden, maar uiteindelijk trok de KNO me toch meer. Terwijl ik in opleiding tot KNO-arts was, wilde ik eigenlijk wel iets blijven doen met de KNO in Tanzania. Die zorg was namelijk erg beperkt en zelfs op de plaatsen waar het aangeboden werd, liet het in veel gevallen te wensen over. Het leek me dus het meest zinvol bij te dragen aan de KNO-opleidingen.
Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en een aantal ziekenhuizen in Tanzania benaderd. Ik kwam terecht bij een opleidingsziekenhuis in Moshi, in het noorden van Tanzania. Daar werkte maar één KNO-arts, die op het punt stond met pensioen te gaan. Niemand had tot dan toe nagedacht over zijn opvolging."
~ “Twee scharen en een pincet is ook goed” ~
Hoe groot was dat ziekenhuis?
"Het had destijds 450 bedden, en de meeste medisch specialisten waren er vertegenwoordigd, al ontbrak er hier en daar een bepaald vakgebied.
. Als je bedenkt dat het verzorgingsgebied over elf miljoen mensen gaat, dan zijn 450 bedden niet zo veel meer. Er lagen geregeld twee mensen in één bed, of mensen op stretchers in de gang."
Is het niet lastig om je in te houden als je ziet dat het zoveel beter kan?
"In het verleden bestond de hulp vanuit het Westen aan ontwikkelingslanden vaak uit het zenden van zorgverleners die ter plekke de rol van de – veelal niet aanwezige – lokale artsen kwamen vervullen. Het gevaar hiervan was dat na vertrek van deze artsen de zorg vaak snel weer naar het oude (beperkte) niveau terugkeerde. Juist door te investeren in het opleiden van lokale artsen hebben je inspanningen ook na je vertrek nog effect.
Zo is er uiteindelijk een opleiding tot stand gekomen, en hebben we de eerste drie KNO-artsen opgeleid die allemaal in het ziekenhuis werken en de volgende zeven zijn nu in opleiding. Het is daarbij de bedoeling dat die zeven zich gaan verspreiden over het land."
Wat is er zo mooi aan Tanzania?
Ik ben daar voor mijn co-schappen min of meer toevallig terecht gekomen. Wel had ik een voorkeur, door verhalen die ik had gehoord van mede-studenten. Dat was in de basis erg inhoudelijk. Maar toen ik daar was merkte ik hoe fijn het land was en de mensen waren. Ik heb ook een aardig woordje Swahili geleerd, wat meer reden gaf terug te keren."
Welke behandelingen worden nu in het ziekenhuis in Moshi aangeboden?
"Er worden toch wel dezelfde soorten behandelingen gedaan als in een gemiddeld perifeer ziekenhuis in Nederland. Dan heb ik het natuurlijk niet over cochleaire implantaten, maar wel over bijvoorbeeld gehoorverbeterende middenoorchirurgie en endoscopische neusbijholtechirurgie. Wat nog niet veel gedaan wordt - en dat heeft ook deels te maken met de patiënten - is oncologische hoofdhals-chirurgie. Dat komt door het feit dat het gros van de patiënten daar met een zodanig vergevorded stadium van hoofdhalfskanker op de poli verschijnt dat behandeling niet meer mogelijk is. De ernst van de aandoening wordt te laat onderkend door de patiënt zelf of een hulpverlener in de regio."
Zijn dat ziektebeelden die überhaupt vaker voorkomen in Tanzania dan in Nederland?
"Nee, ik heb het idee dat de prevalentie voor vrijwel alle aandoeningen wel gelijk is, met uitzondering van chronische oorontstekingen. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het klimaat, en zeker te maken met lokale omstandigheden zoals hygiëne en beperkte beschikbaarheid van zorg. Als je zo'n oorontsteking onbehandeld laat, heb je binnen een maand of twee een chronische ontsteking te pakken die de patiënt bevattelijker maakt voor een volgende. Dat gaat zo door tot er fors gehoorverlies optreedt."
~ “Door te late herkenning van de ernst lopen sommige gezwellen compleet uit de hand” ~
Hoe was het om daar te opereren?
"Dat ging en gaat prima, al is het met beperkte middelen. De meeste apparatuur is nu aanwezig, al zijn dat vaak tweedehandsspullen met gebruikssporen. Wat niet wegneemt dat we ontzettend blij zijn met die spullen, al is het van iets mindere kwaliteit dan in Nederland. Het instrumentarium proberen we wel altijd nieuw aan te schaffen van de donaties die we krijgen. Dat lukt niet met alles en is er vaak sprake van een beperkter assortiment. Op den duur denk je wel 'twee scharen en een pincet is ook goed'.
Daarnaast zie je dus vaak vergevorderde aandoeningen, in plaats van de beginstadia. Waar je in Nederland een patiënt hebt met een klein gaatje in het trommelvlies, ontbreekt in Tanzania het hele trommelvlies, en hangen de poliepen soms uit de neus, in plaats van dat het nog beperkt is tot de middelste neusgang. Als je het hebt over gezwellen in het gelaat, heb ik mijn meeste ervaring daar opgedaan."
Wat voor situaties bent u tegengekomen die we niet kunnen voorstellen in Nederlandse ziekenhuizen?
"Rijen kapotte apparatuur op de gang. Dat zijn soms gedoneerde spullen die te kapot zijn om te gebruiken. Of wat erg typisch is; ik heb wel eens een nieuwe hoofdlamp meegenomen. Toen ik de keer daarop terugkwam, was de hoofdlamp nergens te bekennen. Wat bleek? Ze hadden hem achter slot en grendel gezet, omdat de oude nog niet helemaal kapot was. Wij zouden redeneren: pak de nieuwe en zet de oude in de kast. Ze zijn superzuinig, noodgedwongen natuurlijk. Dat is soms erg schrijnend."
Wat staat er momenteel op de planning in het ziekenhuis?
"Het opleiden blijft ontzettend belangrijk, want de behoefte aan KNO-artsen is in het gehele land nog altijd erg groot. Daarnaast gaan we volgend jaar een cursus organiseren die zich richt op het bijscholen van de algemene artsen die in de regio werken. Zoals ik net vertelde worden sommige ziektebeelden vaak te laat gesignaleerd. Dat kan anders, en door meer kennis te verspreiden over signaleren van ernstige aandoeningen, kunnen we echt een slag maken."