Of ik in een paar regels EPC’24 wil samenvatten?
EPC 24
Akin Inderson, Maag-Darm-Leverarts LUMC, Leiden
Zittend in het transferbusje tussen Santiago de Compostela naar Porto overvalt het me: hoe vat je een congres in een column samen? Tsja, als clinicus sla ik vast de basale nieuwtjes over, hoewel we als clinici in de plenaire sessie van het EPC wel werden doordrongen van de grote complexiteit van pancreascarcinoom (PDAC): op biologisch gedrag, microscopische morfologie, DNA-niveau kan deze nog altijd zeer dodelijke en behandelresistente vorm van kanker worden ingedeeld in allerlei subvarianten en dat maakt het niet makkelijker hoe we iedere patiënt een gepersonaliseerde vorm van kankerbehandeling kunnen aanbieden. Maar we staan aan de vooravond van het maken van zogenaamde ‘tumoroids’: kleine tumorkloontjes die zelfs uit een naaldbiopt te kweken zijn, waardoor we in de toekomst in staat zullen zijn een tumor vóór start met chemotherapie al te testen op gevoeligheid, zodat we patiënten niet onnodig belasten met de giftigheid van chemotherapie. En waar pancreatologen jaloers kijken naar de enorme overlevingswinst door nieuwe immunotherapeutische opties van bijvoorbeeld long- en huidkanker, lijken de eerste immunotherapieën voor PDAC eindelijk aan de horizon te verschijnen.
Een stapje terug naar de diagnostiek van PDAC: hoe eerder kanker wordt ontdekt, hoe beter de overlevingskansen zijn. Daarom werd de inzet van een huisarts geprezen die een voordracht hield voor vroegere detectie van PDAC bij patiënten in de huisartsenpraktijk die zich presenteren met nieuwe klachten zoals afvallen en diabetes. Er wordt ook hard gewerkt aan klinisch toepasbare biomarkers die de aanwezigheid van PDAC kunnen voorspellen.
Ook interessant zijn nieuwe technieken waardoor de MDL-arts middels Endo-Echoscopie (EUS) nog beter tumoren van normaal pancreasweefsel kan onderscheiden, zelfs zonder intraveneus contrast toe te dienen. En waar de detectiegrens van CT-scan een paar jaar geleden nog op 5mm lag, zijn de eerste resultaten getoond van de micrometer(!) CT-scans, waarbij 3D zéér kleine afwijkingen in pancreascysten kunnen worden gevonden.
Veel uitgebreider (en feller!) werden in de gezamenlijke sessies van chirurgen en gastro-enterologen gediscussieerd over de behandeling van acute en chronische pancreatitis (CP). Waar de MDL-artsen in de afgelopen jaren steeds meer taken van de chirurg hebben overgenomen met bijvoorbeeld drainages van geïnfecteerde necrose, minimaal invasieve EUS- geleide galwegdrainage bij PDAC, wijst nieuwe data juist op de beperkte effectiviteit van endoscopie bij het behandelen van chronische pijn bij chronische pancreatitis. Daar lijkt toch een grotere rol voor de pancreaschirurgen weggelegd. Een oude, maar ook vernieuwde techniek is veelbelovend voor behandeling van ernstige pijn: totale pancreatectomie, maar nu met auto-transplantatie van de eigen eilandjes van Langerhans om insuline-functie te behouden. Welke ingreep wanneer zou moeten volgen in het spectrum van CP wordt nu onderzocht.
Maag-Darm bijwerkingen van opioïden blijft een groot probleem bij patiënten met CP, daarom is het zo belangrijk een patiënt met CP ofwel op tijd te opereren om chronisch morfinegebruik te voorkomen, ofwel de bijwerkingen van morfinomimetica in het maag-darmkanaal te remmen. Hiervoor is veelbelovende medicatie in aankomst.
In de sessies over auto-immuun pancreatitis bleek er een nieuwe, vreemde eend in de bijt: pancreatitis verzaakt door immuuntherapie (jawel, dezelfde categorie medicijnen die zo succesvol is bij long en huidkanker!) Steeds vaker zien we deze vorm van acute, immuun-veroorzaakte pancreatitis, die wel lijkt te reageren op prednison, maar waarvan we nog veel niet weten: schade op lange termijn, kans op opvlammingen?
Ten slotte natuurlijk aandacht voor de gloednieuwe richtlijn over de behandeling van exocriene pancreasinsufficiëntie. Prof. Dominguez-Muñoz leidde deze sessie, waarbij nu duidelijker is hoe we voor verschillende vormen van pancreasziekten EPI moeten vaststellen en behandelen. Hij sloot af met een oproep aan eenieder om de handschoen op te pakken om de witte vlekken op de kenniskaart in te helpen invullen, zoals de diagnose en behandeling van EPI bij coeliakie.
Dus terug naar het busje tussen Santiago en Porto: ja, we hebben al best veel bereikt, maar er is nog veel meer wat we niet weten. Met een mix van dankbaarheid (door alle mogelijkheden die wij als NL-artsen hebben, inclusief congresbezoek) en strijdvaardigheid keer ik met een hoofd zwaar van alle indrukken, maar voldaan terug naar Nederland.
NL-CRE-2024-00020